Vrijwilliger in de spotlight De natuur als groene draad in het leven van Fred en Inge

Al vele jaren brengen ze de natuur in de harten van mensen in en om het Gooi. Inge Brandenburg en Fred Jansen zijn onmisbaar bij IVN Gooi en Omstreken. Ze leerden elkaar kennen in 1989 tijdens de Natuurgidsenopleiding. Ieder op hun eigen manier zetten ze zich met passie in voor de natuur. Mensen iets meegeven, dat is wat ze het liefste doen.

Wat zijn jullie eerste herinneringen aan de natuur?

Fred: ‘Als kind zwierf ik met mijn broers rond in de natuur, bij een boerderij waar we vaak kwamen. Vissen met een hengeltje, koeien opdrijven. Prachtig vond ik het. Een keer gleed ik uit over een koeienvlaai en zat ik van onder tot boven onder de stront. Het maakte me helemaal niks uit.’

Inge: ‘Wij woonden aan de hei, als kind van 3 jaar stak ik al alleen de straat over. Toen kon dat nog, de deur stond altijd open. Ik speelde vaak bij de zandverstuiving met mijn twee zusjes. We gingen als gezin vaak naar het Laarder Wasmeer en naar het Pipobos. Dat ken je niet, hè Fred? Daar is het programma Pipo de clown opgenomen. De klimboom waar we in klommen staat er nog steeds.’

Hoe zijn jullie bij IVN terechtgekomen?

Fred: ‘Ik zat in het onderwijs en merkte dat het werk me opslokte. Ik dacht: “als ik zo door blijf gaan draait alles om werk, werk en nog eens werk.” Dat wilde ik niet meer. Ik las in de krant over de Natuurgidsenopleiding (NGO) en gaf me op. Na de opleiding begon ik als gids en van het een kwam het ander. Ik werd docent binnen de opleiding, en werd al gauw gestrikt voor een bestuursfunctie. Uiteindelijk werd ik voorzitter. Ik heb na twee termijnen mijn functie neergelegd, het is tijd voor nieuw bloed.’

Inge: ‘Ik studeerde Biologie en wilde iets doen met mijn studie. Ik werd vrijwilliger bij het Goois Natuurreservaat en gids bij IVN. Ik begon met het delen van kennis over flora en fauna, maar dat beviel me niet. Toen volgde ik op de volkshogeschool in Bergen de vernieuwde docentencursus en legde me toe op werkvormen en het beleven van de natuur. Nog steeds hou ik me daar het liefst mee bezig. Hoe ga je om met publiek, hoe vertel je het verhaal en betrek je mensen hierbij? Ik heb van alles gedaan bij de afdeling, ik heb gegidst, in het bestuur gezeten en geef de NGO vorm.’

Wat doen jullie graag samen in de natuur?

Inge: ‘We gaan graag weekjes weg en slapen dan het liefst op bijzondere plekken, in een natuurhuisje, op een boot, in een hooiberg. En we fietsen en wandelen graag in Nederland. Hier zijn zat mooie plekjes te vinden. Hoe we de natuur beleven? Fred kijkt wat breder. Hij kijkt niet alleen naar planten en dieren, maar zoekt ook verbanden in het landschap. Ik kijk echt met de ogen van een plantenecoloog.’

Fred: ‘We doen soms wel drie uur over een wandeling van drie kilometer. Dan zie we zo veel en blijven we overal stilstaan en neuzen. Ik wandel ook veel alleen, of met een groep nordic walkers. Elke zaterdag lopen we 10 km. Laatst zag iemand een boom met schuim erop en zei: “goh, het lijkt net zeepsop.” En dan komt mijn IVN-kennis van pas. Het was inderdaad een soort zeepsop, saponine genaamd. Een plantenstof die beschermt tegen insectenvraat en groei van bacteriën en schimmels. Dat vind ik leuk, dat ik die kennis dan mee kan geven.”

Gaat het nooit vervelen, groen vrijwilligerswerk?

Inge: ‘Nee, want je blijft zelf ook leren. Je hebt tijdens de opleiding telkens met andere mensen te maken, waar je van leert. En we blijven de Natuurgidsenopleiding telkens doorontwikkelen. Zo hebben we een nieuwe opzet gemaakt, waarbij we kritisch kijken naar onze eigen werkvormen. We willen niet alleen een monoloog van docenten. De studenten geven zelf ook vorm aan de opleiding.
Ik denk dat we allebei zo’n dag in de week met IVN bezig zijn. Er is altijd wel iets leuks om op te pakken, zoals het organiseren van een contactavond of het ontwikkelen van een kaartspel. Fred doet ook nog de redactie van het blad. En: we hebben via IVN leuke mensen leren kennen, er zijn vriendschappen ontstaan.’

Fred: ‘Het blijft leuk om mensen natuur te laten zien, aan het denken te zetten, verhalen te vertellen en geschiedeniste delen. Laatst organiseerde ik als onderdeel van de opleiding een buitenplaatsavond. Vijf s tudenten voerden voor de groep toneelscenes uit, korte impressies uit de geschiedenis van de buitenplaatsen. Bijvoorbeeld over het ontginnen van stukken land, waarbij het zand gebruikt werd om de grachtengordel van Amsterdam uit te breiden. Ik bedacht de rode draad, de studenten schreven de scripts en vertolkten zelf de rollen. Het werd ontzettend goed ontvangen. Als gids sta je voor publiek. Welke mogelijkheden heb je om iets over te brengen? Hierin mag je durf laten zien.’

Hebben jullie kinderen de liefde voor de natuur van jullie overgenomen?

Inge: ‘Ze gaan zorgvuldig om met de natuur en gaan graag mee naar de natuurhuisjes. Onze zoon loopt graag hard in de natuur, heeft kruidenbakken op zijn balkon en maakt duurzame keuzes. Onze dochter is graag buiten, in coronatijd ging ze dagelijks de natuur in. Er is toch iets geland.’

Willen jullie zelf nog iets delen met de lezer?

Fred: ‘De afgelopen jaren is het aantal leden toegenomen. Steeds meer mensen dragen de natuur een warm hart toe, een hele positieve ontwikkeling. Maar deze nieuwe leden zetten zich vaak niet actief in. Ze gaan af en toe mee met een activiteit of lezen het blad. Van al onze leden zet een kwart zich in voor de afdeling. Ik pleit ervoor dat als je lid wordt, je ook de gidsenopleiding volgt en gids wordt. We heten niet voor niks IVN Natuureducatie. We hebben een boodschap de wereld in te brengen. Juist nu!”