Broedvogels tellen in steden en dorpen (Meetnet Urbane Soorten MUS)

Terug naar overzicht

Met het Meetnet Urbane Soorten (MUS) brengen we de aantallen en de verspreiding van broedvogels in steden en dorpen in kaart. Nederland verstedelijkt in hoog tempo en dat heeft gevolgen voor broedvogels. MUS startte in 2007 en bestaat uit een netwerk van duizenden telpunten in woonwijken, stadsparken en op bedrijventerreinen. Verspreid door het hele land gaan ieder voorjaar ruim duizend vrijwilligers op pad om de aantallen vogels vanaf de telpunten in een zelfgekozen postcodegebied te tellen.

Bekijk hier een filmpje over het MUS project.

Toepassing

Voor het volgen van de landelijke ontwikkelingen van broedvogels worden de gegevens van MUS gecombineerd met broedvogeltellingen in het buitengebied. Deze informatie wordt gebruikt voor natuurbeleid en -beheer en voor beschermingsdoelen. Voor het groenbeheer in steden is bijvoorbeeld de Stadsvogelindicator op basis van MUS-tellingen ontwikkeld. Ook wordt MUS gebruikt om na te gaan of natuurinclusief bouwen gunstig uitpakt.

Meedoen

Iedereen met goede kennis van vogelgedrag en -zang van circa 40 algemene stadsvogels kan meedoen. Binnen 3 periodes in het voorjaar maak je een ronde langs de 8-12 telpunten in je postcode gebied. Tijdens 5 minuten tellen vanaf het telpunt noteer je alle vogels die je ziet en hoort, behalve de overtrekkende vogels zonder binding met het terrein.

Hoe start ik met een MUS-telling?

Als waarnemer voor het Meetnet Urbane Soorten (MUS) lever je een waardevolle bijdrage aan het volgen van de aantallen en verspreiding van broedvogels in Nederland.

Tijdsinspanning

De MUS-tellingen kosten je in totaal tussen de 6 en 10 uur per voorjaar, afhankelijk van de hoeveelheid tijd buiten. Voer je de tellingen achteraf via het invoerportaal in, dan komt hier nog wat administratietijd bij.

  • Er zijn drie telperiodes: 1 – 30 april, 15 mei – 15 juni en 15 juni – 15 juli.
  • In de eerste twee periodes voer je een telling uit tussen een half uur voor zonsopgang en de twee uren erna.
  • De derde telperiode voer je uit in de avonduren.

Welke vaardigheden heb ik nodig?

  • Je hebt een goede kennis van de zang en roepjes van de ca. 40 algemene vogelsoorten die in steden en dorpen voorkomen. Ook herken je ze op zicht.
  • Je hebt een goed gehoor en bent in het staat om geluiden in het veld van elkaar te onderscheiden en aantallen vogels te noteren.
  • Werk je met de app Avimap, dan is het handig als je hier digitale vaardigheid mee opdoet.

Hoe leer ik die?

  • De methode is uitgelegd in de Handleiding Meetnet Urbane Soorten.
  • Een goede indicatie van je herkenningsvaardigheden kun je krijgen door de online MUS-cursus te volgen.
  • Ieder jaar organiseren we informatieavonden en praktijkochtenden over MUS in verschillende regio’s. Dat doen we graag in samenwerking met vogelwerkgroepen.
  • Meelopen met een ervaren MUS-teller en het ‘vak’ in de praktijk leren kan ook. We brengen je eventueel in contact met een veldbegeleider.
  • Voor het gebruik van de app Avimap zijn een handleiding en online filmpjes met uitleg beschikbaar.

 

Over Sovon


Sovon is het kenniscentrum voor verspreiding en trends van in het wild levende vogels in Nederland.
 

  • Organisatie: Sovon
  • Inzet: Incidenteel
  • Locatie: